Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo heb ik ook gezien de goddelozen, [29]die begraven waren, en [degenen, die] kwamen, en uit [30]de plaats des Heiligen gingen, die werden vergeten in die stad, [in] dewelke zij recht gedaan hadden. [31]Dit is ook ijdelheid. 29. Dat is, die in vergetelheid gesteld waren. 30. Versta hier door de plaats der heiligen de tempel, waarin de heilige God woont. komen, of ingaan en uitgaan is zoveel als in Gods huis te verkeren, en zich in godzaligheid te oefenen. Anderen verstaan hier door de heilige plaats de gerechtplaats, waar de rechters zitten in Gods plaats en de persoon Gods vertegenwoordigen. God daar tegenwoordig bij hen zijnde, ja in het midden van hen voorzittende. Anderen verstaan dit vers van de goddelozen, en zetten het aldus over: En toen heb ik gezien de goddelozen, dat zij begraven werden en ondergingen, en uit de plaats van de Heilige weggingen, en werden vergeten in de stad, in welke zij alzo gedaan hadden; dat is goddelooslijk geregeerd hadden. 31. Te weten, deze onbestendigheid en ondankbaarheid van het volk.